Interview Henk Joosten
21-12-2021
Henk Joosten is de eerste die een plaquette kreeg uitgereikt en daarmee zijn plek in het ‘Plekske van Verdienste’ toebedeeld kreeg. De komende jaren zullen er nog vele belangrijke Neerkantse personen volgen. In deze rubriek interviewen we de persoon die toetreedt tot het ‘Plekske van Verdienste’ om erachter te komen wie er achter de plaquette schuilt, wat ze allemaal voor Neerkant betekend hebben en wat hun drijfveren waren en nog steeds zijn.
Op een koude dinsdagmiddag in december, net voor de kerstdagen, werd er rond koffietijd afgesproken in het museum ‘Techniek met ‘n Ziel’ in Neerkant. Je kunt wel zeggen het tweede huis van Henk Joosten. Onder het genot van een kop koffie werd er teruggeblikt op de uitreiking van het eerste ‘Plekske van Verdienste’ en de reacties die daarop volgden.
Henk, je bent een echte BN’er (Bekende Neerkanter), je hebt zelfs je eigen Deurnese Wikipedia pagina (hier kwam hij zelf tijdens het interview pas achter), maar voor die enkeling die je nog niet helemaal kent, stel jezelf even kortvoor:
Ik ben Henk Joosten, geboren op 18 april 1941 in Nederweert, getrouwd met Lies Knapen en ik heb vier kinderen: Karin, Hetty, Marianne en Ivonne. Ik woon in de Moostenstraat in Neerkant. Op de plek waar nu het Bakkershofje ligt, heb ik jarenlang Electrocentrum JeHaBe gehad.
Je kreeg onlangs het eerste plekje van verdienste, nadat je 53 jaar lang de kartrekker van het sinterklaascomité bent geweest. Wat voor reacties heb je allemaal gehad?
De eerste de beste die belde was wethouder Marinus Biemans, daarnaast heb ik enkele honderden reacties gehad! Vele berichten kwamen via de sociale media, maar ook veel ‘ouderwets’ met een kaartje. Een leuke reactie die ik eruit wil halen is van een oude klant van de JeHaBe. Hij kwam destijds altijd bij onze winkel spullen halen. Ik had hem al een hele lange tijd niet gezien of gesproken. Na deze gebeurtenis zat er een grote envelop in de brievenbus met een brief waarin hij me feliciteerde met de toetreding tot de Neerkantse ‘Wall of Fame’. Heel leuk om zelfs uit onverwachte hoek waardering te krijgen.
53 jaar is een lange tijd! Hoe ben je hier toen ingerold en hoe werd Sinterklaas destijds georganiseerd?
Vroeger waren er in Neerkant standsorganisaties (boerenstand, middenstand, bouw en houtbond, kerk, school, etc.). Dit kun je vergelijken met een soort dorpsraad zoals Leefbaar en Vitaal Neerkant, alleen dan opgeknipt in kleinere groepjes. In enkele grote omliggende dorpen werd Sinterklaas al ingehaald en dat wilden ze in Neerkant ook gaan doen. Vanuit een van deze standsorganisaties werd ik daarom benaderd om dit mee op te zetten. Vanuit de school werd er geld opgehaald door de kinderen op pad te sturen met enveloppen en hiervan werd de intocht gefinancierd.
Het regelen gebeurde toen nog vrij informeel. Ik besprak met Jan Bakker wat er allemaal moest gebeuren en we verdeeldende taken. Een van deze keren ging het wel heel gemakkelijk: Vrijdag voor de intocht hadden we afgesproken om met elkaar nog even alles door te nemen. Tijdens de drukke dagen voor de feestdagen moest ik tot 21:00 werken, dus we zouden elkaar daarna spreken in het café. Toen ik binnenkwam, was het er bomvol met mensen, maar geen Jan Bakker. Rond middernacht zag ik in de keuken (het stond er zo vol dat de keuken zelfs gevuld was met mensen) ineens een hand omhoog gaan, dat was Jan Bakker. We zwaaiden even en knikten dat alles geregeld was. Uiteindelijk was er dus niks meer overlegd, maar die zondag tijdens de intocht liep alles op rolletjes! In die tijd kon je er vanuit gaan dat iedereen z’n afspraken na kwam en ging het relatief gemakkelijk om het allemaal voor elkaar te krijgen.
Toen ik besefte dat ik al vijftig jaar de intocht mee organiseerde schrok ik toch even, de tijd vliegt voorbij! Ik heb er toen al aan gedacht om te stoppen, maar ben nog enkele jaren doorgegaan. Uiteindelijk hebben we met Ellen Verstappen een waardige opvolger weten te vinden. Ik heb er vertrouwen in dat ze de intocht in de komende jaren in goede banen zal leiden!
Hoe is het sinterklaasgebeuren in al die jaren veranderd?
Vroeger werd Sinterklaas opgehaald bij het café van Pietje Franssen. Samen met zijn pieten en de fanfare werd Sinterklaas welkom geheten in het dorp. Wat dat betreft is er dus weinig veranderd. Later werd Sinterklaas geregeld vanuit het NEON (Neerkantse winkelorganisaties), vanaf dat moment kwam ook de bijeenkomst in de zaal erbij. Tijdens de eerste keer werden er zelfs nog twee kinderen in de zak gestopt, maar dit werd al snel afgeschaft. Vanaf het begin kwam Sinterklaas ook elke keer met het paard. Langzamerhand werd dit een variatie aan vervoersmiddelen zoals een paard met koets, cabrio of motor. Daarnaast wisselde bijvoorbeeld de personen en locaties voor het schminken, maar in de kern is het altijd redelijk hetzelfde gebleven.
Wat is het mooiste moment dat je in die tijd hebt meegemaakt?
Donderdagavond voor de intocht was er altijd een vergadering met alle mensen die meehielpen. Er werd gekeken of alles geregeld was. In bijna alle gevallen was alles al geregeld dus meestal kwam het aan op een gezellige avond met een borreltje die wel eens tot in de late uurtjes door kon gaan. Hier werden vaak ook de ideeën voor het volgende jaar alweer bedacht. Die avonden zijn me goed bijgebleven, maar er zijnnatuurlijk vele prachtige momenten geweest.
Er is echter één anekdote die ik er wel wil uithalen: We waren bij Piet Bakker aan het schminken. Destijds was dit een hele operatie zonder het moderne schminkgerei. Karel Janssen was toen de Sinterklaas. Hij kon goed paardrijden, dus er was een witte schimmel geregeld. De zwarte pieten waren geschminkt en Sinterklaas kwam naar buiten om op het paard te stappen.Precies op dat moment begint het paard te steigeren. Iedereen was in de veronderstelling dat dit aan de mantel lag. Echter, toen de eigenaar van het paard zelf een mantel om had gedaan, klom hij zo het paard op. Zelfs met alle kleren aan weigerde het paard om Sinterklaas mee te nemen. Er werd toen snel een cabrio geregeld en uiteindelijk is de Sint hiermee het dorp in gereden.
Waar wellicht de meeste mensen je van kennen en waar je vaak te vinden bent, is het Museum ‘Techniek met een Ziel’. Inmiddels is het in de regio een bekende term en zijn er vele malen grote groepen bezoekers te vinden. Wat voor werkzaamheden voer je daar precies uit?
Ik doe hier van alles en nog wat! Ik geef rondleidingen aan bezoekers, houd de collectie bij, repareer apparaten en ben bezig met een uitbreiding van het museum. Daarnaast ben ik ook actief betrokken bij de Heemkunde, waar ik wel wat meer over wil vertellen.
Wij hadden in het museum al een grote collectie van oude foto’s, bidprentjes en documenten. Er werd besloten om dit beter te gaan bijhouden en extra informatie te gaan verzamelen. Dit heeft geleid tot het NHE (Neerkants Historisch Erfgoed), dit is een Heemkunde werkgroep die valt onder het Museum ‘Techniek met een Ziel’. Elke woensdagmiddag proberen we met een groepje extra informatie te verzamelen om deze collectie nog completer te maken. Samen met Chris Verdeuzeldonk en Pierre Ulen heb ik dit toen opgezet. Later zijn ook Theo van Teeffelen en Henk Verstappen aangesloten. Op de website http://neerkantshistorischerfgoed.techniekmeteenziel.nl/ staat de gehele collectie wat voor iedere Neerkanteling een aanrader is om eens te bezoeken.
Hoeveel vrijwilligers dragen z’n steentje bij aan het onderhouden van het museum?
In totaal hebben we zo’n 50-60 vrijwilligers die meehelpen met het onderhouden van het museum. Hierbij moet je denken aan timmerlui en schilders voor het onderhoud aan het gebouw, mensen die rondleidingen geven en/of koffie verzorgen, mensen achter de balie, mensen die de ruilboekencollectie bijhouden en een groep die de educatielessen geeft aan basisscholen uit de regio.
Naast een museum is het ook een soort ontmoetingsplek geworden. Hoe belangrijk is het voor een dorp als Neerkant om zon plek te hebben?
Door een wat langere tijd bij te houden wie het museum allemaal bezochten, werd de maatschappelijke functie van het museum duidelijk. Toen de cijfers bekend waren schrok ik hier best van dat sommige dorsgenoten zo vaak aanwezig waren in het museum. Dit kwam ook bij de gemeente aan het licht. Nu is er een groepje van 10-15 personen die graag een bak koffie drinken en wat kletsen die hier wekelijks bij elkaarkomen. Er wordt gesproken over allerlei onderwerpen, zoals gebeurtenissen binnen het dorp en het landelijke nieuws. Veel mensen hebben nu eenmaal behoefte aan sociaal contact en onze ‘Huiskamer’ is daar de ideale gelegenheid voor.
We hebben het sinterklaascomité besproken en je werkzaamheden voor het museum. Wat doe je nog meer allemaal voor vrijwilligerswerk waaraan je het eerste ‘Plekske van Verdienste’ te danken hebt?
Ik ben vijftig jaar lid geweest van de vrijwillige brandweer. Daarbij haal je veel voldoening uit het helpen van mensen, en eerlijk gezegd was een beetje actie zo af en toe ook erg leuk. Daarnaast is de band die je met je brandweercollega’s door de jaren heen opbouwt ook erg speciaal. Bovendien heb ik veel tijd en energie gestoken in het realiseren van het CPO project, heb ik jarenlang in het bestuur van de carnavalsvereniging gezeten, ben ik mede-initiator van Leefbaar & Vitaal Neerkant en ben ik lid geweest van het schoolbestuur & oudercomité van de basisschool.
Alles bij mekaar een indrukwekkend rijtje van bezigheden Henk! Wat motiveert je om al deze dingen voor de gemeenschap te doen? Wat zijn jouw drijfveren?
Ik kan niet zonder! ‘s Nachts lig ik wakker om na te denken over de dingen die ik nog allemaal wil doen. Dan kom ik mijn bed uit om deze even snel op te schrijven zodat ik het niet vergeet. Ik wil gewoon graag altijd bezig zijn! Je moet het natuurlijk leuk vinden om te doen, maar de waardering die je elke keer terugkrijgt zorgt ervoor dat je het zo lang blijft doen.
Twee voorbeelden hiervan:
Ik stond samen met familie te kijken naar de carnavalsoptocht. Ik werd op de schouder geklopt en een grote meid zei: “Ken je met niet meer? Ik heb vroeger techniekles van jou gehad! Ik ben nu geslaagd voor de Hogere Technische School.” De interesse voor techniek is opgewekt toen ze bij mij techniekles kreeg. Als ze je dan daaraan herinneren zijn dat hele mooie momenten. Net zoals ik een stagiaire leerling in het museum heb gehad. De begeleider van deze leerling belde naar me toe dat hij een ‘lastige’ leerling had. De jongen kwam een tijd met de fiets naar het museum om mee te helpen met het repareren van apparaten. Na deze periode kwamen de moeder en grootouders huilend langs om me te vertellen hoe de jongen veranderd was. Tijdens de jaarwisseling was hij de eerste van wie ik een nieuwjaarswens toegestuurd kreeg, mede om te vertellen dat hij nu een HBO opleiding aan het volgen was.
Buiten al je vrijwilligerswerk, welke hobby’s heb je nog?
Ik houd van koken en lekker eten, dan mag er ook zeker een lekker glaasje wijn bij! Daarnaast spendeer ik graag tijd met mijn vrouw en familie.
Wat zou je mee willen geven aan de mensen die twijfelen om dergelijk vrijwilligerswerk op zich te nemen?
Mensen, ga niet thuis achter de geraniums zitten! Er zijn altijd wel dingen waarmee je kunt helpen en waardoor je niet alleen hoeft te zijn. De voldoening en waardering die je terugkrijgt zijn niet in woorden te beschrijven. Er wordt ook wel eens gezegd dat er geen opvolgers zullen zijn voor mij en andere vrijwilligers van mijn leeftijd, maar ik ben van mening dat we in dit dorp genoeg mensen hebben die een hart voor Neerkanthebben en deze bezigheden (in de toekomst) graag overnemen.
Wat zou je graag nog gerealiseerd zien worden in Neerkant in de komende jaren?
Ik zou graag het museum nog wat uitbreiden zodat we nog betere voorzieningen hebben om de bassischolen les in techniek te kunnen geven. Daarnaast is mijn grootste wens om de jeugd in het dorp te behouden zodat de toekomst van Neerkant geborgen blijft. Hiervoor moeten er natuurlijk wel genoeg huizen beschikbaar blijven dus ik hoop dat een nieuw CPO project uitkomsten biedt.
Veel verder kijken vind ik moeilijk. Er is zoveel veranderd in de afgelopen 20 jaar, dat ik niet verder vooruit durf te voorspellen. De tijd veranderd zo snel dat het moeilijk is om helemaal bij te blijven en de nieuwe generatie te begrijpen, maar ik hoop dat ‘ons’ Neerkant een prachtig en hecht dorp blijft waar iedereen naar elkaar omkijkt en met veel plezier woont.
Lees je dit en vind jij dat iemand ook zo’n plekje verdient middenin ons prachtige dorp? Stuur dan een e-mail naar