Reactie dorpsraden naar gemeente n.a.v. brand Deurnese Peel 2020

Weergave reactie dorpsraden op onderzoeksopzet en onderzoeksvragen n.a.v. brand Deurnese Peel 2020
18 juni 2020

  1. Inleiding
    De vier betrokken dorpsraden hebben op 3 juni 2020 de onderzoeksopzet en onderzoeksvragen voor onderzoek 3 (Veiligheid en Natuurbeheer) ontvangen naar aanleiding van de recente brand in de Deurnese Peel. Daarmee wordt de toezegging nagekomen dat zij daarop hun reactie konden geven. In de week van 8 juni 2020 heeft de gemeentelijk coördinator van de onderzoeken, Geert Annevelink, contact gehad met een vertegenwoordiger van de vier dorpsraden (afzonderlijk). Daarbij was ook steeds een communicatieadviseur aanwezig.
    Hieronder een gecategoriseerde samenvatting van de ingebrachte punten, inclusief de reactie van de opdrachtgevers; provincie Noord-Brabant, Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost en gemeente Deurne. Deze notitie wordt ter kennisgeving aan de vertegenwoordigers van de dorpsraden gestuurd, en aan de onderzoekers meegegeven in aanvulling op de eerdere onderzoeksopzet en -vragen.
  2. Nut van het onderzoek
    Neerkant: Heeft het wel nut om nu opnieuw onderzoek te doen? Er is al veel bekend, het komt nu aan op daden. Zie de situatie in het Limburgse deel: daar zijn volgens Neerkant na de branden in de jaren ‘80 wél de goede maatregelen genomen. Maak liever gebruik van reeds bestaande ervaringen en eerder gedaan onderzoek.
    Reactie opdrachtgevers: Wij hechten veel waarde aan het doen van objectief onderzoek op basis van de situatie zoals die nu in dit specifieke gebied is. Ervaringen/onderzoeken uit het verleden kunnen daarbij door de onderzoekers ook worden benut. Voor wat betreft de genoemde maatregelen in de jaren ‘80: wij vragen gegevens uit de genoemde periode op (Regionaal Historisch Archief) en stellen deze, indien aanwezig, beschikbaar aan de onderzoekers.
    Neerkant: Het doen van onderzoek naar de oorzaak van de brand wordt toegejuicht (onderzoek 1). Reactie opdrachtgevers: Wij delen dit standpunt.
  3. Beheer van het gebied
    Neerkant: De relatie met beheerder Staatsbosbeheer is niet goed. Ze zijn te star en door hun opstelling lijkt het alsof de natuur tegenover de mens staat. Vroeger ervaarden mensen dat de Peel ‘van ons’ was en dat gevoel is met de komst van Staatsbosbeheer verdwenen.
    Reactie opdrachtgevers: Dit hebben wij aan Staatsbosbeheer doorgegeven. Onder andere om die reden heeft Staatsbosbeheer het initiatief genomen om in de week van 22 juni rondleidingen in het gebied te verzorgen, in samenspraak met de vier dorpsraden.
    1
  4. Onderzoeksgebied
    Griendtsveen: Graag ook het Limburgse deel van het gebied betrekken in de onderzoeken.
    Reactie opdrachtgevers: het 2e onderzoek (werking driemanschap) heeft ook nadrukkelijk betrekking op het Limburgse deel van het gebied. Onderzoek 3 richt zich louter op de Deurnese Peel, omdat daar de brand heeft gewoed. De resultaten van het onderzoek worden ook gedeeld met de Limburgse partijen, zoals de Veiligheidsregio Limburg-Noord, gemeente Horst aan de Maas en de provincie Limburg.
    Helenaveen: Omdat de Deurnese Peel (o.a. voor wat betreft toegankelijkheid) op dit moment wezenlijk anders is ingericht dan de Mariapeel is het van het belang in het onderzoek onderscheid te maken tussen deze twee gebieden.
    Reactie opdrachtgevers: Dit geven we mee aan de onderzoekers. Overigens zijn per abuis beide gebieden genoemd in de vragen van onderzoek 3; dit onderzoek richt zich alleen op de Deurnese Peel. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen mogelijk wel breder toepasbaar zijn.
  5. Wijzigingen op bestaande vragen
    Helenaveen: In onderzoek 2 is de volgende vraag opgenomen: “Hoe is de openbare en veiligheid en specifiek brandveiligheid meegewogen in de voorbereiding en besluitvorming over de inrichting en het beheer van het gebied (naast aspecten als ecologie, hydrologie en recreatie)?” Na “specifieke brandveiligheid” graag de woorden “van de omwonenden” toevoegen aan de vraag.
    Reactie opdrachtgevers: het gaat hier om de totale brandveiligheid, dus ook die van de omwonenden. Dat accent is bij deze dus (ook) gelegd.
    Helenaveen: In onderzoek 3 is de volgende vraag opgenomen: “In hoeverre is het natuurgebied weerbaar tegen branden gezien de inrichting van het gebied en het natuurbeheer?” Graag achter natuurgebied vermelden “Deurnese Peel”, en verder voor de woorden “inrichting” en “natuurbeheer” het woord “huidige” toevoegen.
    Reactie opdrachtgevers: akkoord, dat wordt als zodanig meegegeven aan de onderzoekers.
    Helenaveen: In onderzoek 3 is de volgende vraag opgenomen: “In hoeverre zal het natuurgebied weerbaar zijn tegen branden als de plannen voor inrichting van het gebied en voor het natuurbeheer worden gerealiseerd?” Deze vraag mag er wat ons betreft uit: uitgangspunt moet zijn de huidige status van het gebied zonder voor te sorteren op toekomstige plannen, waar nog veel bezwaren tegen zijn, juist van de omwonenden. Deze bezwaren zijn in afwachting van behandeling door de Raad van State.
    Neerkant, in reactie op dezelfde vraag: Op welke plannen wordt hier precies gedoeld en moet je die plannen wel op deze wijze door willen zetten?
    Reactie opdrachtgevers: Wij vinden het belangrijk om naast de huidige situatie ook aandacht te besteden aan de betreffende plannen (zoals het project Gebiedsontwikkeling Leegveld) , ongeacht de status daarvan. Het is juist belangrijk om het aspect brandveiligheid nadrukkelijk en al in dit stadium te betrekken bij die plannen.
    Neerkant en Helenaveen: In onderzoek 3 is de volgende vraag opgenomen: “Welke ecologische en hydrologische omstandigheden hebben effect gehad op het ontstaan en de zwaarte van de brand?” Wij zien dat graag uitgebreid met de vraag: “Wat was het effect van die omstandigheden en hoe groot/klein was dat?”
    Reactie opdrachtgevers: akkoord, dat wordt als zodanig meegegeven aan de onderzoekers.
    2

Neerkant en Helenaveen: In onderzoek 3 is de volgende vraag opgenomen: “Welke ecologische en hydrologische omstandigheden hebben effect gehad op de brandbestrijding?” Wij zien dat graag uitgebreid met de vraag: “Wat was het effect en hoe groot/klein was dat?”
Reactie opdrachtgevers: akkoord, dat wordt als zodanig meegegeven aan de onderzoekers.

  1. Aanvullingen op onderzoeksvragen
    Griendtsveen: Graag ook aandacht voor preventie: wat is mogelijk ter verkleining van de kans dat in de toekomst een dergelijke brand opnieuw ontstaat?
    Reactie opdrachtgevers: deze vraag is onderdeel van onderzoek 3.
    Griendtsveen: de brand is mogelijk aangestoken. Onderzoek naar een mogelijke dader dient onderdeel te zijn van het onderzoek.
    Reactie opdrachtgevers: Het doen van strafrechtelijk onderzoek is geen onderdeel van de onderzoeken. Dit betreft een bevoegdheid van politie en openbaar ministerie.
    Neerkant: Waarom is de Deurnese Peel destijds niet op een vergelijkbare manier ingedeeld als het Limburgse deel?
    Reactie opdrachtgevers: deze vraag geven we mee aan de onderzoekers.
    Helenaveen: Wat moet er aan de huidige inrichting en het huidige beheer van de Deurnese Peel worden veranderd om te voorkomen dat brand een gevaar vormt voor bewoners en aanliggende gebouwen en gronden?
    Reactie opdrachtgevers: deze vraag geven we mee aan de onderzoekers.
    Helenaveen: Welke maatregelen kunnen er op korte termijn voor zorgen dat de veiligheid van de omwonenden gewaarborgd is?
    Reactie gemeente: deze vraag geven we mee aan de onderzoekers.
    Helenaveen: Welke beheersmaatregelen dienen toegepast te worden om de veiligheid van de omwonenden structureel te waarborgen? Dit zou het uitgangspunt moeten zijn voor het onderzoek. Reactie opdrachtgevers: deze vraag geven we mee aan de onderzoekers. We zien deze echter ook breder; het gaat om de totale brandveiligheid, dus ook die van omwonenden.
    Liessel: Wij zouden graag onderzocht willen zien wat de bijdrage voor de brandveiligheid is door betere toegankelijkheid als het eindpunt Eikenlaan een toegang vormt voor de brandweer, door herstel oeververbinding, door herstel oude padenstructuur en benutting van de nog op te richten dammen.
    Reactie opdrachtgevers: deze vraag geven we mee aan de onderzoekers.
    Liessel: Rekening houden met de reeds ontwikkelde plannen voor herinrichting Leegveld waarbij we de rol van de gewenste uitkijktoren zouden willen uitbreiden; naast een louter recreatieve, ook een brand-signalerende (webcam?).
    Reactie opdrachtgevers: deze vraag geven we mee aan de onderzoekers.
    Liessel: Wat is de meest optimale structuur en aanpak om de kans op langdurige rookoverlast te minimaliseren?
    Reactie opdrachtgevers: deze vraag geven we mee aan de onderzoekers. Voor wat betreft de nablusaanpak is geconcludeerd dat de werkwijze zoals die de afgelopen periode is toegepast het
    3

meest effectief is.

  1. Vervolg op de onderzoeksresultaten
    Liessel: Wordt de besluitvorming achteraf vertaald naar een concrete aanpak, met name gezien de vele partijen die er iets over te zeggen hebben?
    Liessel: In het verlengde hiervan: wordt bij de onderzoeksvragen ook de haalbaarheid van uitvoering meegenomen waarbij geanticipeerd wordt op de compromissen die onafwendbaar gesloten moeten worden? Zoals rust/bereikbaarheid en hoogveengroei bevorderen/wateroverlast-muggen.
    Neerkant: Welke garanties worden ingebouwd dat de aanbevelingen nu wel door de bevoegde instanties worden uitgevoerd?
    Neerkant: Graag voortaan een gecombineerd overleg met de vier dorpsraden en niet separaat. Bijvoorbeeld na verschijnen van het onderzoeksrapport.
    Helenaveen: Worden er naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek concrete afspraken gemaakt over het beheer? (bijv. het blijvend begaanbaar houden van toegangswegen).
    Helenaveen: Hoe wordt er geborgd dat de relevante adviezen uit deze drie onderzoeken worden meegenomen door de bevoegde instanties en uitvoerenden in de toekomst? De dorpsraden zouden graag zitting willen hebben in het orgaan die dit toetst, opdat het belang van de omwonenden voldoende meegewogen wordt.
    Reactie opdrachtgevers: De wijze waarop met de onderzoeksresultaten wordt omgegaan, komt pas na het verschijnen daarvan aan de orde. Daar kunnen we nu dus ook niet op vooruitlopen. We zijn daarvoor afhankelijk van meerdere partijen, met wie wij uiteraard na verschijnen van de onderzoeksrapporten om de tafel gaan. Dan bespreken we mét hen welke besluiten en acties nodig zijn. Kortom, het is niet mogelijk om nu al garanties af te geven, niet wetende welke adviezen we krijgen en wie daarin welke rol speelt.
    4